G5RV-antenne

Bij nazicht van de antennes bleek de G5RV-antenne niet meer betrouwbaar te zijn. Dan maar de antenne naar beneden gehaald en jawel, de aansluiting van de symmetrische voedingslijn was half doorgeroest. Terwijl de antenne neerlag hebben we eveneens de afmetingen opgenomen. Lengte van de straler L1 = 30,98m. Lengte van de symmetrische voedingslijn L2 = 9,29 m.
Als we het antennehandboek van Rothammel raadplegen, dan vinden we, L1 = 31,2m en L2 = 10,3m. De G5RV-antenne resoneert op coax f = c/l . 3/2 .V = 14.062 Mhz. Onze antenne resoneert op 14,162 MHz. - De verkortingsfactor V: de praktische lengte is iets kleiner dan de theoretische vermits de elektromagnetische golven zich trager verplaatsen in de draad dan in de ether. V hangt af van: 1) De dikte van de draadgeleider. 2) De omgeving. 3) Het eindeffekt(capaciteit van de uiteinden t.o.v. de aarde).
Voor decametrische draadantennes neemt Rothammel V = 0,95 en voor een symmetrische voedingslijn is V = 0,975. - De faktor 3/2 is nodig omdat de straler drie halve golflengten lang is. Bemerk dat in het midden de stroom maximaal is en de spanning minimaal. De impedantie in het voedingspunt Z = U/I is dan laag en volgens Rothammel = 100 Ω zuiver Ohms. Op het einde van de symmetrische leiding ( Zo=300Ω ) met een lengte = l/2 is de impedantie 75 Ω , zodat we daar ’n coax kabel van 50 Ω mogen aansluiten (met toelaatbare staande golf verhouding). Een balun met verhouding 1/1 is niet aanwezig en heeft ook weinig zin, want deverhouding is enkel juist op de 14 MHz! Op de 20m band is er dus geen impedantieaanpassing nodig ! Voor de andere banden evenwel is de voedingsimpedantie ofwel hoogohmig ofwel reactief (capacitief of inductief ). Een impedantieaanpassing is dan welvereist . Luc -ON3CL- .